Tinus

Een van de leuke dingen van een wielerclubje is dat je na verloop van tijd je fietsmaatjes redelijk goed leert kennen, ook al heb je verder soms geen flauw idee hoe die in het dagelijks leven zoal zijn. Tinus was zo’n fietsmaatje. Ik zie hem nog fietsen, met de ellebogen iets naar buiten gericht, in de voor hem zo kenmerkende stijl. Dalen kon hij als de beste. Kwam door zijn vele jaren ervaring als motorrijder, vertrouwde hij mij ooit toe. Zo hard en bekwaam als Tinus een berg afdaalde, daar kon ik alleen maar van dromen.

 

Door zijn vele buitenlandse reizen op de motor en met de camper beschikte hij over een welhaast encyclopedische kennis van het Europese wegennet. Daar plukte ons wielerclubje, Gaef Gaas, volop de vruchten van. Bijvoorbeeld de keer dat we op fietsvakantie naar de Vogezen gingen. “Bij dat en dat klimmetje, bij die en die boom moet je eens naar rechts kijken, dan heb je een prachtig doorkijkje op drie meertjes.” Waar zo’n opmerking bij ieder ander nergens op zou slaan, kon je er bij Tinus vergif op innemen dat zo’n tip klopte als een bus. Het adembenemend doorkijkje op de drie meertjes staat nog steeds scherp op mijn netvlies. Dankzij Tinus.

 

Tinus was wars van flauwekul en aanstellerij. En als het nodig was, kon hij je ook flink de waarheid vertellen. Zoals die keer tijdens een tochtje door Zuid-Limburg, na een winter waarin ik weinig tot niets had getraind en waarbij ik bij het eerste het beste klimmetje in ademnood kwam. Ik probeerde mijn slechte conditie nog goed te praten, maar Tinus liet zich niets wijsmaken. “Geen wonder dat je niet vooruitkomt, want je hebt geen flikker uitgevoerd!”, zei hij dan recht voor zijn raap. Voor mij was dat een prikkel om alsnog als een bezetene te gaan trainen. Dankzij Tinus.

 

Ik zal ook nooit de keer vergeten dat we met zijn camper naar een toertocht in de Ardennen reden. Na een paar uur op de fiets begon het dermate hevig te onweren dat we genoodzaakt waren om onze tocht te staken. Verkleumd van de kou zochten we de kortste route terug naar de startplaats. Ik dankte God op mijn blote knieën dat ik mij in de heerlijk warme camper kon omkleden. Dankzij Tinus.

 

Hoewel wielerliefhebber in hart en nieren, kon Tinus de sport ook als geen ander relativeren. Tijdens een fietsweekend in de Vogezen, op de Col du Platzerwasel – de zwaarste klim van de dag – zat iedereen op het laatst steenkapot. Toen de ene na de andere fietser van ons clubje snakkend naar adem en met de tong op de schoenen op de top aankwam, zei Tinus hardop wat de anderen alleen maar dachten. “Wat hebben wij toch eigenlijk een rare hobby”, merkte hij droogjes op. Dat was Tinus ten voeten uit. En dat zijn herinneringen voor het leven. Dankzij Tinus.

 

 

 

 

 

 


 

 

Commentaren: 5
  • #5

    Jean Van Pol (maandag, 22 augustus 2022 11:49)

    Hallo allemaal, dankjewel voor al jullie mooie complimenten. Groetjes Jean

  • #4

    Paul Deckers (zondag, 21 augustus 2022 18:10)

    Mooi geschreven Jean. Ik ken(de) Tinus niet maar door door jouw beschrijving krijg ik wel een mooi beeld van hem.
    Chapeau!

  • #3

    Maureen Jagt (donderdag, 18 augustus 2022 23:00)

    Heel mooi geschreven. Herinneringen die voor altijd blijven.

  • #2

    Marian Bex (donderdag, 18 augustus 2022 22:33)

    Wat moor geschreven. Dat is inderdaad mijn vader ten voeten uit. Mijn vader (Tinus) heeft mij leren fietsen . In de Vogezen ging ik voor het eerst met hem en mijn man Walter (toen nog vriendje) een beklimming maken. Mijn vader ging voorop en zei: terugschakel Marian en in een rustig tempo omhoog fietsen. Dat ging goed, ik had nog lucht over om te kletsen. Vervolgens kreeg ik te horen dat we wat harder konden fietsen, omdat ik teveel kletste. Nou dat kletsen verging me daarna wel �

  • #1

    Sef (zondag, 31 oktober 2021 17:00)

    Mooi verwoord Jean.De spijker op zijn kop.